Historie
Door Larissa Quaak
De Nes, wie kent het niet? Wie heeft hier niet ooit een theaterstuk bezocht, een biertje gedronken, gegeten, gedronken, gezoend, of zelfs gestemd? In het geval van ondergetekende in ieder geval, ‘all of the above’. Het smalle, ergens onooglijke straatje, verborgen in de binnenstad, loopt evenwijdig aan het Rokin en van de Dam af. Qua sfeer voelt het echter kilometers verwijderd van beiden. Hier geen doorlopende weg of open plein, maar een soort steeg waar fietsers en voetgangers met elkaar recht van doorgang bevechten. En waar zo’n beetje elke deur je naar binnen lonkt met gezelligheid.
De naam Nes duidt aan dat hier in vroegere tijden moerassig land lag. Sterker nog, een schamele zes eeuwen geleden kwam je hier alleen wat schapen en ganzen tegen op een aangeslibd stuk moerasland, wat dus een ‘nesse’ heette in het Middelnederlands. Eigenlijk begon de huidige Nes in 1342, toen het deel werd van het Amsterdamse grondgebied.
In 1406 besloten enkele vrouwen op deze plek een klooster te stichten, het Sint Margarethaconvent, ofwel het Margrietenklooster. Het kloostercomplex werd gaandeweg uitgebreid en besloeg uiteindelijk het hele gebied tussen Nes, Enge Lombardsteeg, Oudezijds Voorburgwal en Sint Pieterhalsteeg. In 1473 telde het klooster 41 nonnen, die er lucratief zelf bier brouwden en mosterd maakten.
De margrieten hadden blijkbaar een zuigende werking, want omstreeks 1500 telde het laatste kleine stukje van de Nes maar liefste een kwart van alle twintig kloosters in de stad. In de volksmond werd dit stukje straat dan ook wel Gebed zonder End genoemd, en ook nu is er nog een zijsteeg met deze briljante naam.
Na de Alteratie van 1578 kregen de kloostercomplexen andere functies. Zo ontstond hier onder meer het Binnengasthuis op de plaats van het Oude en Nieuwe Nonnenklooster. In de loop van de volgende eeuwen zou de Nes zich ontwikkelen tot een gebied vol winkels en bedrijven. Zoals zo vaak in de geschiedenis gold ook hier, waar bedrijvigheid is, volgen cafés. Vanaf de 19de eeuw zou de Nes dan ook steeds meer uitgaanscentrum bekend komen te staan.
Naast bordelen vond men er café-chantants, tingeltangels (zangkroegen van wat minder allooi, vernoemden naar de tingeltangel, de kroegpiano),het Salon des Variétés, Tivoli en artiestencafés, en tot in de jaren dertig van de 20ste eeuw was er een van de vroegste homocafe’s gevestigd: The Empire. In 1824 opende koffiehuis Frascati er zelfs een salon met fonteinen, bomen, en plek voor 1500 man!
Maar rond 1900 raakte de Nes in verval en werd door betere publiek gemeden. Waar eens het genot overheerste, kwamen nu tabakskantoren waardoor de straat ’s avonds een uitgestorven indruk maakte. De Nes veranderde van ‘pretstraat’ in een handelscentrum. Zelfs Frascati moest er aan geloven; het werd opgekocht en deed voortaan dienst als veilinghuis voor tabak. In die functie werd het zelfs ‘De hel van Frascati’ genoemd: “Honderden tabakskopers rollebolden over elkaar en schroomden niet om op balkonranden, op stoelen en over schotten heen te klimmen in hun pogingen de beste tabaksbladeren te bemachtigen.”
De 2e Wereldoorlog maakte een einde aan de positie van Amsterdam als internationaal centrum van de tabakshandel, en hiermee aan de Nes als tabaksimperium binnen Amsterdam. Het zou nog enkele decennia duren, maar bé-tje bij beetje kwam het vermaak en de variété weer terug. Vooral theaters wisten het straatje te vinden om zich te vestigen, waaronder Frascati, TOBACCO Theater en het ‘Comedy Theater in de Nes’. En hiermee is de Nes vooral goed gered zonder end!
TOBACCO Theater
Sinds 2007 is Erik van Wilsum (D’Erikteur TOBACCO Theater) de trotse eigenaar van Nes 75-87. Het oude Cosmic Theater gebouw is na een complete renovatie in oktober 2011 vol trots heropend. De industriële en karakteristieke elementen van het monumentale gebouw zijn intact gebleven. De Nes is weer een stuk levendiger en, last but nog least, theater en commerciële activiteiten hebben elkaar weer hervonden in dé theaterstraat van Amsterdam!